Het is een worsteling, een leven lang, tussen daad en droom, hoop en vrees, visie en bekrompenheid, wijsheid en domheid. In de eeuw achter mij, waar ik bij was, die ik versloeg, ontstond een nieuwe Nederlandse natie na de verwoestende oorlog. Maar wel één onderweg naar een Europese federatie met één munt en uiteindelijk misschien naar één wereldorde met één munt waar vrijheid, gelijkwaardigheid en broederschap heerst. Opgebouwd van onderop in kleine gemeenschappen. Gelijkwaardigheid is wezenlijk wat anders dan gelijkheid.
In het decennium van mijn voorbereiding op de hemel die zich voor me opent op een windstille, zomerblauwe ochtend, zo magistraal als door Mahler in het laatste deel van zijn vierde symfonie georkestreerd, wil ik nog wat murmelen over mijn permanente leerschool. Ik studeerde tenslotte economie in de praktijk van het journalistieke handwerk, niet aan de universiteit.
Intussen woedt er een nieuwe wrede oorlog in Europa, omdat een jonge natie, Oekraïne, bij dat democratische Europa wil horen, terwijl de dictatoriale oligarchie Rusland dat in een wrede aanvalsoorlog verhindert. Brutalen hebben de halve wereld, de niet-brutalen dus de andere helft, placht mijn oom, vrijmetselaar en zeekapitein bij de Koninklijke Pakketvaart Maatschappij te zeggen. Zijn schip was in 1941 door de Jappen tot zinken gebracht en hij overleefde een zwemtocht van 40 dagen en nachten voordat hij uiteindelijk aan de Birma spoorweg moest werken. Oom Jan was een moedige, markante man. Hij werd Vrijmetselaar, vond daarin zijn zingeving.
Vier vrijheden
Op 6 januari 1941 hield Franklin Delano Roosevelt in het Amerikaanse Congres een beroemde State of the Union speech, de Four Freedoms-speech. [1] Hierin sprak hij de hoop uit op een toekomstige wereld die gebaseerd moest zijn op vier essentiële menselijke vrijheden. Ten eerste: freedom of speech and expression (vrijheid van meningsuiting en expressie). De tweede was freedom of worship (vrijheid van godsdienst), de derde freedom from want (vrijheid van tekorten) en de laatste freedom from fear (vrijheid van angst).
Het is een fascinerend fundament voor hoe de mensen de planeet waarop zij wonen kunnen organiseren. Ook ik denk, na een leven lang worstelen met wat het eerste komt, dat vrijheid, het meest fundamentele begrip is. Vrijheid die de vrijheid van anderen niet in gevaar brengt. Je mag zeggen wat je wilt, geloven wat je wilt, je hoeft niet arm en bang te zijn. Daarvoor moeten de mensen die je daarvoor in vrijheid gekozen hebt zorgen. Het is zo simpel.
In deze speech van Roosevelt zitten de hoofdlijnen waar ik een leven lang naar gestreefd en over geschreven heb als financieel- en sociaaleconomisch journalist. Hoe kun je bereiken dat iedereen kan leven zonder angst en gebrek. Daar ging het altijd over en dus altijd over wat niet goed was, maar slecht. Op elk niveau. Maar Roosevelt vertaalde zijn visie niet in politieke actie zoals in de AOW en publieke gezondheidszorg voor iedereen, dat leefde wel in mijn jeugd, de naoorlogse periode. Het kenmerk van mijn soort journalistiek is juist het aan de kaak stellen wat niet goed gaat.
Ik ben internationaal georiënteerd, tegen nationalisme en kosmopolitisch. Voor mij komt eerst de wereld, dan Europa, dan Nederland, dan Meppel en tenslotte ik in mijn sociaal-maatschappelijke omgeving. Zo kijk ik dan ook naar de immigratie waarvan maar tien procent over echte vluchtelingen gaat die van huis en haard verdreven zijn.
Klein is mooi
Zo kijk ik om me heen en klein vind ik daarbij mooi. Ik wist dat want ik had al vele jaren geleden “Small is beautiful”[2] gelezen toen ik in 1979 besloot de Kloostertuin[3] op te richten. Hoewel men mij als “man van de wereld” ziet, vind ik dat bestuur plaatselijk hoort te beginnen. Alle mensen zijn gelijkwaardig! Je kunt geen visie op de wereld ontwikkelen zonder dat vanuit een globaal perspectief te doen dat geldig is voor alle mensen in de wereld. Het gaat allang niet meer om de Natiestaat. De spreekkoren in de voetbalstadions over donkere mensen of homo’s vind ik afschuwelijk en ik snap niet dat scheidsrechters dan laten doorspelen. Nederlanders zijn erg reislustig. Kijk dan ook naar Nederland vanuit een wereldvisie.
Vrijheid kent duidelijke grenzen. Daar waar de vrijheid van de een die van de ander beperkt gaat het mis. En het gaat vaak mis want we leven op een aarde waar veel schaarste is. Bovendien zijn er rechten, omschreven in het Handvest van de VN en geldig voor de Europese instellingen die nog fundamenteler zijn dan die op vrijheden. Mensen hebben recht op leven, mogen niet gemarteld worden of gedecimeerd. Je mag niet in het privéleven van anderen binnendringen of anderen discrimineren om wie zij zijn. Je hoeft maar om je heen te kijken om te weten dat de werkelijkheid anders is en dat veel mensenrechten op grote schaal geschonden worden. Ook in Nederland. Ons land en bestuur is verkeerd ingericht wanneer er onvoldoende personeel is om deze rechten te waarborgen.
Sociale rechten
In mijn werk heb ik me vooral beziggehouden met sociale mensenrechten. Dat terrein moet je niet onderschatten. Zo hebben alle mensen recht op gelijke behandeling: Het recht om vrij te zijn van discriminatie op basis van ras, geslacht, religie, etniciteit, leeftijd, handicap, seksuele geaardheid, enzovoort. Dat is nogal wat en er is ook in Nederland nog veel te doen.
Gaat het slecht met de Europese moraal. Zijn mensen minder aardig, betrouwbaar en respectvol tegenover elkaar dan toen ik kind was? Ik denk dat mensen individualistischer en egoïstischer geworden zijn, maar niet minder aardig. Ik denk dat de globalisering die sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw is ingetreden mensen het gevoel heeft gegeven dat zij geen greep meer hebben op de gebeurtenissen. Ik denk dat de perceptie van een morele achteruitgang in de loop van de decennia niet op feiten berust. Moraal behandelt de ideeën over wat goed en wat slecht is, gaat over zeden en gebruiken en ethiek. Over ons doen en laten. Zijn mensen in Nederland nu minder aardig, vriendelijk, eerlijk en goed dan toen? In mijn buurt merk ik dat niet. Ik geloof zelfs dat de cohesie groter is dan veertig jaar geleden, onder meer door het gebruik van social media en een toegenomen vermogen van de politiek om te luisteren naar wat de burger wil in plaats van de burger te negeren.
Vrijheid komt vóór vrede, zei toenmalig Koning Beatrix tijdens haar kersttoespraak in 1985. De koningin was haar leven lang intens betrokken bij alle vormen van vrijheid. In 1985 zei zij: “maar als de vrijheid van de één niet langer staat voor ruimhartig rekening houden met de vrijheid van de ander, kan een samenleving niet vreedzaam voortbestaan. Respect voor elkaar èn voor onze leefomgeving begint bij niet hinderen, niet krenken, niet vervuilen, niet vernielen”. Ik vond het goed gezegd, maar te karig ten opzichte van de ander. Respect voor elkaar begint niet alleen bij het nalaten van negatieve activiteiten, maar juist bij positieve acties zoals verbinding zoeken en anderen aanmoedigen tot positieve acties. Ik zie dat de jeugd vrijer en zelfbewuster is dan toen ik jong was en de verzuiling de weg wees. Wij hadden bovendien net oorlog gehad en dat is heel wat anders dan onzekerheid of er oorlog komt. De huidige SER-voorzitter Kim Putters formuleerde tijdens een radio-interview ook dat hij uiteindelijk “vrijheid” de meest herkenbare karaktertrek van het Nederlandse volk vond. Ik ben het daarmee eens en die van mij vindt zijn grens in de vrijheid van de ander. Althans, dat probeer ik.
Noot Deze bijdrage is H17§1 over Het Nieuwe Europa van mijn autobiografie in ontwikkeling. Daarin zoek ik naar de grondslagen van mijn gedachtenvorming. Je reactie is welkom.
[1] https://www.youtube.com/watch?v=qrNDwyj4u1w
[2] E.F. Schumacher Small is Beautiful
[3] http://www.kloostertuinnoordwolde.nl/
Wilt u reageren? Log dan eerst in of maak een account aan.
Login vergeten? Reset wachtwoord.