De ECB heeft de rente weer verhoogd om de inflatie te beteugelen. Dat geeft iets ontspanning op de arbeidsmarkt. Maar de coronasteun, Oekraïne-oorlog, energieprijzen, looneisen, voedselprijzen, topwinsten van bedrijven, geldschepping door de Europese Commissie zelf en extreem weer houden economie in zwaar weer. Een wandeling langs de economie van nu en later.
Kort en bondig
Coronakrimp is gerepareerd
De coronapandemie ontwikkelde zich sinds 2020 grillig. Op 1 maart 2020 kwam de overheid met het eerste thuisblijfadvies. In 2020 kromp de economie met 3,8%. Maar in 2021 volgde alweer een herstel met 4,9%. In 2022 was de groei 4,5%. Als je verder teruggaat blijkt dat de economie al sinds het tweede kwartaal van 2018 minder sterk begon te groeien tot 1,6% in het vierde kwartaal van 2019.
Als je veronderstelt dat er in 2020 zonder maatregelen 2% groei geweest zou zijn, dan moest er 5,8% groeiverlies ingehaald worden. Met een groei van 9,4% in 2021 en 2022 is deze achterstand helemaal ingehaald want dan blijft er voor beide jaren nog 1,8% over en ontstaat het beeld van een voortkabbelende, eigenlijk stagnerende economie sinds 2018, een beeld dat in 2023 wordt voortgezet met, tot nu toe, volledige werkgelegenheid. Want er is nog steeds grote krapte op de arbeidsmarkt. Tegenover elke 100 werklozen stonden in het eerste kwartaal van 2023 niet minder dan 122 vacatures.
Inflatie niet bedwongen
De overheid keerde €40,7 miljard uit aan corona gerelateerde subsidieregelingen: 23,3 miljard euro in 2020 en 17,4 miljard euro in 2021. Dat was een gigantische impuls voor de economie die daardoor op peil werd gehouden. Na twee jaar van sterk herstel na de coronacrisis (2021 en 2022) zit de Nederlandse economie met een krimp in het eerste kwartaal (-0,3%) van 2023 weliswaar dicht bij een recessie, maar is er nog steeds sprake van oververhitting, deels als gevolg van de grote steunpakketten in 2020 en 2021. In die zin hebben de steunpakketten bijgedragen aan de enorme stijging van de inflatie de laatste tijd. En de inflatie lokte rentestijgingen uit. De ECB rente is nu 3,75%, dat is in meer dan 20 jaar niet vertoond.
In Duitsland is al wel een recessie, die afstraalt op Nederland. Immers in Duitsland kromp de economie in het vierde kwartaal van 2022 al met 0,5% en die krimp zette in de eerste helft van 2023 door. Met als gevolg meer ruimte op de arbeidsmarkt, verarming en faillissementen. Wel kan daardoor de Duitse inflatie beter bestreden worden, al is de werkloosheid er nog laag. De laatste rentestijging zal ook in Nederland tot faillissementen lijden waardoor er mee ruimte op de arbeidsmarkt komt.
Meer faillissementen
Zelfs als het wat slechter gaat, houden bedrijven personeel nog vast, uit angst dat ze zonder komen te zitten zodra het weer beter gaat. Dat houdt de koopkracht, en daarmee de consumptie, op peil.[1] Lockdowns, reisbeperkingen, mondkapjes en verplicht thuiswerken hadden in 2020 en 2021 en 2022 wel een negatief effect op de economie. Sommige sectoren zoals luchtvaart, horeca, toerisme en evenementen zijn hard getroffen. Maar ondernemers kregen ook veel steun om overeind te blijven. Het is onder meer die steun die nu de inflatie aanjaagt. Maar bijvoorbeeld online handel floreerde. Je kunt niet zeggen dat de maatregelen tegen de pandemie oorzaak van de recessie in 2023 zijn. Er is €40 miljard tegenaan gesmeten om die maatregelen te compenseren en gecorrigeerd voor schokken kabbelde de economie toch al zwak door. Dan is nog de vraag of die maatregelen in deze omvang nodig waren.
Een volgend punt is dat 60.000 MKB bedrijven hun schuld aan de overheid wegens gevraagde steun tijdens de coronapandemie niet kunnen terugbetalen, althans, daarmee nog niet begonnen zijn. Dat gaat om anderhalf miljard euro. Zij kunnen failliet gaan en dat gebeurt ook al vaker, maar dat komt vooral door de stijging van de rente die zij niet hebben voorzien. De groei van het aantal faillissementen die eruit voortvloeit heeft niets met de maatregelen tegen de coronapandemie te maken, maar met de eigen bedrijfsvoering, de hoge rente, de recessie in Duitsland en de zwakke economie als zodanig.
Ongekende inflatie
De inflatie in Nederland schoot in 2022, na eerdere lichtere stijgingen, ineens door naar de 10%, een niveau dat sinds 1975 niet meer was voorgekomen. De reden was de enorme steunpakketten om de coronatijd te overleven. De Nederlandsche Bank noteert voor 2022 zelfs een inflatie van 11,6%. Deze inflatie komt in 2023 waarschijnlijk veel lager uit, rond de 5%, maar nu de geest uit de fles is kan het ook anders gaan. In de zomer van 1980 noteerde de Amerikaanse Centrale Bank FED een inflatie van 14,5%. FED-president Volcker bestreed die inflatie met een rentestijging tot 20%. Dat leidde tot twee stevige recessies in de VS. In Nederland bond het Kabinet Lubbers de strijd aan tegen de neergang. Er ontstond een meer dan 40 jaar durende periode van economisch liberalisme doie de economie nu de das omdoet en een enorme bureaucratie heeft veroorzaakt.
Beroepswerkelozen
Mijn zakenvriend zegt het zo: “Eigenlijk zou de PvdA een rechtse partij moeten zijn. Zij willen werk voor iedereen, maar tegenwoordig wil lang niet iedereen werken. De beroepswerkelozen schat ik op ongeveer 2Miljoen mensen. De meeste zijn nu langdurig zieken met dank aan de nieuwe WAB-wetgeving. Die wetgeving zou het faillissement van heel wat bedrijven hebben betekent indien zij geen reserves hadden. Veel is daardoor onzichtbaar gebleven. Maar niet voor mensen die ondernemer zijn.
Socialisme is prima, maar dat moet je niet gebruiken om de werkgelegenheid te killen. Nu lijkt het dat er nauwelijks mensen zijn die werkzoekend zijn. De werkelijkheid is dat die niet hoeven te zoeken wanneer ze langdurig ziek zijn. Daar zitten de meeste langdurig zieken. Nou ja, zitten doen ze niet. Ze zijn heel actief tot parachutespringen toe. Jazeker met een hernia uit een vliegtuig springen. Duurzaam ziek dus. Het overgrote deel van de duurzaam zieken zijn helemaal niet ziek. Bedrijfsartsen worden bedreigd wanneer ze iemand niet duurzaam ziek verklaren. En de overheid weet het maar doet niets. Het lijkt toch mooi zo weinig werkelozen en het UWV hoeft veel minder uit te keren. Maar het bedrijfsleven kan die kosten niet langer dragen. Is dat kapitalistisch Adriaan? Nee, dat is bedrog en diefstal”.
Ik keek ernaar. Het CBS houdt alles bij. My God, wat schreef ik er veel over in de jaren ’70 en ‘80. Het is nu nog veel complexer dan nu. Mensen van 15-75 jaar kunnen werken. Dat zijn er 13,5 miljoen. Daarvan zijn er 9,7 miljoen in de beroepsbevolking. In 2021 hadden 3,9 miljoen personen geen betaald werk. De grootste groep onder hen (1,6 miljoen) bestond uit personen die pensioen of hoge leeftijd noemden als belangrijkste reden om niet te werken. Ook de groep personen, die niet kunnen werken vanwege ziekte of arbeidsongeschiktheid, was relatief groot (759 duizend). Als je hard werken en zoveel mogelijk geld verdienen van het grootste belang vindt dan noem je de geschetste maatschappij ziek en te complex. Kafkajesk. Maar je kunt ook kijken naar de overwinningen die de westerse maatschappij heeft bereikt. Toen ik in 1963 begon te werken had ik een werkweek van 45 uur. De werkweek is nu minder dan 36 uur en veel mensen werken in deeltijd. Laat mensen maar vrij in hun keus of zij al dan niet willen werken. Dat kan door een basisinkomen in te voeren. En wie wel wil werken, zoveel mogelijk, doe het.
De hangmat van de welvaart
Intussen is de zomer van 2023 een spannende korte termijn periode omdat in verschillende EU- landen, waaronder Nederland de ideologische strijd tussen links en rechts toeneemt en ook bij de kiezers de interesse in een linkser alternatief voor de rechts kapitalistische koers steeds meer interesse ondervindt. Hele generaties weten al lang niet meer wat het socialisme van de naoorlogse jaren inhield en waarom zaken zoals de AOW en aanvullend pensioen zijn ontstaan. Van de 2,1 miljoen huishoudens met AOW, ontvangen 1,9 miljoen huishoudens ook een aanvullend pensioen. Beide zijn ongeveer even groot en samen rond de 70% van hun inkomen.[2] Het zijn verworvenheden waar toen voor is gevochten en die voor nieuwe generaties niet meer vanzelfsprekend zijn. Na een stijging van het aantal vakbondsleden tot 1,87 miljoen in 2010, na de ontwrichtende financiële crisis, is het aantal leden fors gedaald tot 1,5 miljoen in 2021. Slechts 15% van de Nederlanders is lid van een vakbond. De meeste werkende Nederlanders vinden blijkbaar dat hun belangen goed behartigd worden door hun werkgevers. Toch is er een kentering voelbaar zoals in de nieuwe samenwerking tussen meer linkse politieke partijen.
Nog even terug naar de rente
Na een jarenlange rentestand van 0 en zelfs negatief begon de rente sinds de zomer van 2022 weer te stijgen door opgelegde renteverhogingen door de Europese Centrale Bank en ook de Amerikaanse FED. In het tweede kwartaal van 2023 is daardoor de vraag naar bedrijfskredieten in de EU de laagste in 20 jaar, waardoor de bedrijvigheid bij een deposito rente van 3,5% al fors stagneert. Het IMF vindt dat de ECB de rente opnieuw moet verhogen met een vol punt tot 4,5% en verwacht dan dat die rente in 2026 weer onder de doelstelling van 2% kan komen. Dat zal betekenen dat de economie, die toch al in een omvangrijke transitie is nog een forse dreun zal krijgen met alle risico van dien. Daar komt bij dat de links-democratische EU-economiecommissaris Paolo Gentiloni al rechtstreeks €800 miljard leende om de gevolgen Covid-19 in te perken en ook honderden miljarden wil lenen om Oekraïne te steunen. Hij wil ook dat de EU rechtstreeks obligaties kan uitgeven. Maar de EU mag niet rechtstreeks op de markt geldlenen en wakkert zo de inflatie aan, net zoals de oorlog in Oekraïne dat doet. Bovendien is de schuld van alle EU-landen samen ten opzichte van het BBP in 2023 meer dan dubbel zo hoog dan de 48,3% van Nederland begin 2023. Nederland heeft daarbij een begrotingstekort van 3% in 2023 en ook het gemiddelde begrotingstekort in de EU blijft in 2023 gemiddeld binnen de 3% norm. Hongarije en Griekenland zijn uitschieters met tekorten van meer dan 10% en Frankrijk (5%) en Italië (4,5%) zijn ook chronische tekortlanden die op krediet van de noordelijke landen leven.
Perspectief op lange termijn
De komende jaren is de hamvraag of de ECB en de EU-landen hun schulden en tekorten verder kunnen terugdringen en de inflatie teruggaat naar minder dan 2%. Als dat gelukt komt de EU midden jaren dertig terecht in de opgaande lijn van de Golf van Kondratieff die 25 jaar relatieve voorspoed kan brengen mits ook andere omstandigheden positief zijn.
Op 23 februari 2016 is mijn leermeester Hans Wertheim Salomonson (1929-2016) op 87-jarige leeftijd in Franeker overleden. Ik leerde de geniale analist begin jaren zeventig kennen als adviseur van en columnist bij FEM van Elsevier. Hij was toen ook, samen met Ruurt Hazewinkel van Optimix grondlegger van de Technische Analyse bij Slavenburg’s Bank. Later werd hij met zijn even sierlijke als vlijmscherpe pen vele jaren medewerker van mijn business magazine High Tech Analysis.
Hans’ visie op duurzame milde groei in zes achtereenvolgende stappen:
Een voorbeeld: Begin 1999 schreef Hans een analyse over de vijftigjarige cyclus van Kondratieff. In dit baanbrekende artikel extrapoleert hij de cycli uit het industriële tijdperk naar de dan zich ontrollende informatie-economie. Zijn bescheiden en met onzekerheden omgeven inzicht is dat een nieuwe 50-jarige cyclus omstreeks 1990 begon met een opgaande welvaart trend tot 2010, oorlog van 2010-2015, recessie van 2015-2024, depressie van 2024 tot 2034 en van 2034 tot 2044 een nieuw herstel.
1990-2010 | Welvaart |
2010-2015 | Oorlog |
2015-2024 | Recessie |
2024-2034 | Depressie |
2034-2045 | Herstel |
Hoewel Wertheim niet weet of de traceerbare cycli uit de industriële economie ook gelden voor de informatie-economie houdt zijn analyse tot nog toe stand wanneer we de Syriëoorlog en de daaruit voortvloeiende vluchtelingencrisis als de door hem geduide oorlogsfase erkennen. En daarop volgde de Oekraïne-oorlog. Ik kan het hem niet meer vragen maar zou willen geloven dat hij met de nodige relativering de optie open zou houden. En ook de aanval van Poetin op Oekraïne met alle macht zou veroordelen.
Temeer omdat hij verwijst naar een Britse studie sinds de 13e eeuw en “naar Leviticus 25: 8-19 in welke tekst men een 50-jarige periodiciteit kan herkennen en ook de rudimenten van een onroerend goed crisis en een duidelijke verwijzing naar een kwijtschelding van schulden in het 50ste jaar: het jubeljaar”. Daarmee het denken in cycli ontdoend van de stand van de technologie, maar ook van ideologie of geloof.
De dreiging van een opkomende recessie met het risico van een depressie is het gesprek van de dag op effectenbeurzen en in kringen van economen. Dat was altijd al zo. Hans toetste beleid en bestuur in zijn columns voortdurend aan bovenstaande, in essentie eenvoudige visie. Daarmee kun je als individu, huishouden, bedrijf, land, regio of wereld het recessierisico bezweren en ombuigen in mild en duurzaam herstel. Wie daarin faalde kon rekenen op zijn kritiek, hoe bewust hij zich ook was van eigen feilbaarheid.
Hans Wertheim was onderzoeker, niet in te delen in een politieke of levensbeschouwelijke stroming en als beursanalist absoluut geen handelaar. Hij toetste zijn onderzoeksresultaten op een kwetsbare wijze aan zijn persoonlijke, gewetensvolle inzichten die smeekten om een op ieders welzijn gerichte mondiale samenleving. Daarbij was hij vernietigend in zijn kritiek over bestuurders en politici die afweken van de hoogste normen en waarden. Ik ben er dankbaar voor dat ik zo lang met hem mocht werken.
Vertrouwen en stabiel geld
Een ander voorbeeld: Vertrouwen, eerst bij de consument, dan bij de producent, is elementair voordat rentebeleid en andere stimulansen hun werk kunnen doen, schreef hij. Daarvoor is een evenwichtige op algemeen welzijn gerichte politiek een eerste voorwaarde. Focus op één doel kan averechtse effecten hebben. Hij hekelde verkeerd begrepen Marxisme en Keynesiaans beleid, vond het poldermodel een rationeel compromis en noemde EEN STABIELE VALUTA DE BESTE WAARBORG VOOR EEN DUURZAAM BLOEIENDE ECONOMIE.
Achter zijn harde, rationele analyse stak een zachte, bewogen man. Zijn analytisch zoeken naar het NU, het actuele omslagpunt in een koersbeweging waarin de handelaar een beslissing neemt was baanbrekend. Hans zocht altijd verder dan anderen. Met als kern vertrouwen en waardevast geld als voorwaarde voor wereldwijd gedeeld welzijn. Zijn werk is een permanente oproep tot zelf- en maatschappijkritiek.
Wereldeconomie 2024
Intussen heeft de internationale economie zich wel van de coronapandemie hersteld en behoren storingen in de bevoorradingsketens om die reden tot het verleden. Ook lijkt de inflatie af te remmen en treden na maart geen nieuwe bankcrises op. Het IMF verwacht wereldwijd 3% economische groei in 2023 en 2024, bij een inflatie van 6,8% in 2023 en 5,2% in 2024. Het kan niet anders dan dat de Nederlandse open economie daar sterk van profiteert en oververhit blijft.
Het IMF, dat als god zelf op het geharrewar in de wereld toeziet, vreest dat escalatie van de Oekraïne-oorlog en extreem weer roet in het eten van de zonnige vooruitzichten kunnen gooien. En er kunnen opnieuw banken omvallen naarmate Centrale Banken de koorden verder aantrekken. En dan is er nog de niet opgeloste vastgoedcrisis in China. Intussen is in de geavanceerde economieën de economische groei veel lager op pakweg anderhalf procent dit jaar en volgend jaar. Voor de Eurozone gaat het om 0,9% en 1,5% groei in 2023 en 2024. Het zijn de opkomende markten waar de sterkste groei vandaan moet komen.
Noot Deze bijdrage is H17§4 over Het Nieuwe Europa van mijn autobiografie in ontwikkeling. Daarin zoek ik naar de wortels van mijn gedachtenvorming. Je reactie is welkom.
[1] Bron:FD
[2] CBS 2017
Wilt u reageren? Log dan eerst in of maak een account aan.
Login vergeten? Reset wachtwoord.