Deel 2: klein is mooi
Kersenbloesem in de tuin
De grote strijd om de natuur gaat om veel en veel meer dan om het stikstofbeleid. Al lezend en luisterend dringt tot me door dat de hele wereld voor grote veranderingen op velerlei gebied staat. Vroeger heette dat een “paradigmaverschuiving”. Nu luister ik naar de wetenschappers.
In dit deel 2 zet ik uiteen waar mijn betrokkenheid met de natuur vandaan komt, wat de transitie eigenlijk is en luister ik naar de opvattingen en denkbeelden van wereldverbeteraar en hoogleraar Jan Rotmans die met huid en haar is verkocht aan de transitie naar meer duurzaamheid en daarvoor ook heel praktische oplossingen heeft. Nu individualisme en machtsconcentratie in een naargeestige concurrentiestrijd uit de hand gelopen zijn vraag ik nog eens aandacht te besteden aan de denkbeelden van E.F. Schumacher in zijn essays onder de titel “Small is Beaitiful” uit 1973.
Grenzen aan de groei
Na veel jaren van intensieve journalistiek bij landelijke media trok ik me eind jaren zeventig terug in het Friese Noordwolde, in een woninkje zoals waarin mijn voorouders hadden gewoond onder regie van de “Maatschappij voor Weldadigheid” in Frederiksoord. Ik stichtte daar, tegen kosten die ik niet kon dragen, de biologisch-dynamische tuinderij “Kloostertuin” op die nu nog bestaat en redelijk floreert.
Mijn “boerderijtje” in Noordwolde 1970
In die tijd, na 20 jaar zakelijke journalistiek en reizen door een groot deel van de wereld besefte ik wel dat je met economische groei en maximaal rendement op vermogen de immense vraagstukken niet kon oplossen. De Club van Rome (1972) met zijn grenzen aan de groei had me wakker geschud. Ik bewonderde initiatieven zoals die van De Kleine Aarde, de opkomende Triodosbank en tal van andere kleinere initiatieven. Het stelde qua omvang niets voor. Anno 2022 trekt minister Adema van Landbouw €26 miljoen uit om biologische landbouw te bevorderen en zelfs op te voeren van 4% van het areaal nu naar 15% in 2030. Dat is al een grote uitdaging.
In die tijd was er al veel zorg over de waterkwaliteit, luchtkwaliteit, gebruik van pesticiden. Met de uitbraken van gekkekoeienziekte, mond-en-klauwzeer, varkenspest kwam de gangbare landbouw steeds meer ter discussie te staan. En nu de klimaatverandering wereldwijd steeds ernstiger gevolgen krijgt en er ernstige prognoses zijn over droogte hier en grote overstromingen daar krijgt het beheer van landbouw, veeteelt en natuur een steeds zwaarder gewicht.
Wat is een transitie
In de jaren zestig maakte ik de overgang van steenkool op aardgas mee. Dus ook de roerige sluiting van de Staatsmijnen. Ik zag de Nederlandse economie steeds verder veranderen naar een diensteneconomie. Het concept van globalisering kwam op en geleidelijk kwam de westerse en Nederlandse economie in de ban van marktdenken waarin rendement op vermogen leidend is. Nu leven we in een maatschappij waarin verschillende transities hard nodig zijn, zoals in technologie, cultuur, milieu.
De ICT-industrie is een krachtige motor onder enorme veranderingen. Landbouw, verkeer en vervoer, waterbeheer, energievoorziening, bouwsector en gezondheidszorg zijn niet duurzaam en moeten veranderen. Daarvoor zijn vernieuwingen in systemen, organisaties, regels en samenwerkingsvormen nodig. Transities duren vaak decennia en vergen in onze democratie de steun van burgers, bedrijven, organen, wetenschap. Als vernieuwingen doorgedrukt worden heten het revoluties. Transitieskunnen alleen slagen als zij van onderop gesteund worden. We moeten harder werken aan consensus om de weg naar duurzaamheid te plaveien met actie om een echte revolutie te voorkomen.
De wereld verbeteren
Op maandag 17 april 2023 sprak Sven Kockelmann op radio1 met Jan Rotmans, professor in transities & duurzaamheid aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Rotmans is een wereldverbeteraar pur sang en zit tot zijn nek in het promoten van de transitie van de samenlevingen naar duurzaamheid.
Naast zijn wetenschappelijk werk (lokaal, nationaal en internationaal) wil hij een bijdrage leveren aan de verduurzaming van de samenleving. daarvoor is een radicale omslag, een transitie, noodzakelijk. Met zijn kennis wil hij graag als het ware de spelregels opstellen voor hoe dat moet, zodat daarna creatieveling uit alle hoeken van de maatschappij daarmee aan de slag kunnen. Om Nederland duurzamer te maken heeft hij in 2007 de stichting Urgenda opgericht samen met een groep andere koplopers.
Als voorzitter van de Urgenda probeert hij zoveel mogelijk mensen mee te krijgen in een duurzaamheidsbeweging. Eerst in Nederland, dan in Europa en dan mondiaal. Urgenda dwong in 2015 de Staat om de uitstoot van broeikasgassen eind 2020 minimaal 25% te hebben terug gedongen ten opzichte van 1990. In december 2019 bepaalde de Hoge Raad dat de Staat zich aan 25% reductie moest houden, wat volgens het CBS in 2021 zo goed als is gebeurd. Er is veel kritiek op de inmenging van de rechter in deze politieke zaak, wat strijdig zou zijn met de grondwet.
Rotmans: “In het begin van een transitie werk je met subsidies en daarna kom je in een doorbraakfase of in de chaos en dan moet je pijnlijke maatregelen nemen. Daar hoort een zekere mate van dwang bij. Met normeren en beprijzen”. Hij zegt dat er de laatste maanden vier rapporten zijn verschenen die tot verdere actie oproepen. Dat is ook zo.
Rotmans: “we gaan dezelfde fouten maken als altijd. We gaan de grote spelers weer uitnodigen en zij trappen allemaal op de rem. Dat is voortmodderen. Het is gebrek aan leiderschap. Als je een wenkend perspectief hebt is het overgrote deel van de Nederlanders voorstander van een transitie die door de pijn heen gaat en er niet omheen draait. We gokken op en landbouwakkoord dat 2030 opschuift, uitkopen faseert, uitsmeren. 75% van de Nederlanders is voorstander van maatregelen. We moeten ongewoon aan de slag. We gaan allemaal meer betalen, dat weten we. 80% van de jongeren in Nederland wil de transitie.”
Doe het met burgers, zegt hij, niet over hun rug. “Er zijn honderden energie coöperaties, dat is de onderstroom. Ik heb nooit gezien dat het met burgers ging. En de echte energie zit bij de burgers, niet bij de grote spelers. In Nederland zijn er 1,5 miljoen mensen die op het gebied van energie, zorg en andere zaken van onderop vernieuwen. De echte kracht Zit buiten Den Haag”.
Small is beautiful
Ik ben opgegroeid met “Small is Beautiful: A Study of Economics as if People Mattered”. Alsof mensen er toe oden. Het boek is een kritiek op de moderne economie en stelt alternatieven voor die gericht zijn op duurzaamheid, rechtvaardigheid en menselijkheid. Het is een klassieker in de alternatieve economie, maar heeft nauwelijks resultaat gehad. Het percentage landbouwgrond waarop biologisch wordt geboerd ligt in 2023 op ruim 4 procent van de totale landbouwgrond. is. Van het biologische landbouwareaal is 70 procent grasland, 20 procent akkerbouwgrond, 5 procent tuinbouwgrond en 4 procent groenvoedergewassen. Vijftig jaar geleden, in 1973, was het aandeel nul. De beweging heeft op de keper beschouwd nog vrijwel niets bereikt en nog niet het momentum bereikt waarop een doorbraak kan volgen naar een groter marktaandeel. Daarvoor is het aandeel van de “early adopters” volgens mij nog te klein.
Schumacher stelt dat economische groei geen schepper van geluk of welzijn hoeft te zijn. Hij wil een economie gebaseerd op menselijke waarden met kleinschaligheid, lokale productie en zelfvoorziening. Hij wil de consumptiedwang doorbreken. De thema’s die hij aansnijdt zijn zeker actueel, maar feit is dat zij in vijftig jaar niet mainstream zijn geworden. Het is idealisme.
De ongelijkheid is toegenomen. Klimaatverandering lijkt wetenschap, iets wat gebeurt en je kunt berekenen. Maar de impact is schaarste aan schone lucht, water, landbouwgrond, voedsel. En schaarste treft de armste mensen.
In de jaren zestig en zeventig maakte ik veel reizen naar arme landen en naar grote vergaderingen van de Verenigde Naties die gingen over gebrek aan water, aan voeding, aan onderdak, aan schone grond. Daar concreet wat aan doen was ook een belangrijke reden om Kloostertuin in Noordwolde op te richten. Nu, bijna zestig jaar later, zijn de vraagstukken nog even groot, eigenlijk nog veel groter omdat de rampen groter worden en de wereldbevolking sterk is gegroeid. In de kern gaan ze over de ongelijkheid tussen mensen, tussen arm en rijk. Als je in de sloppenwijken in Brazilië, Peru of Chili bent geweest en de armoede hebt gezien, begrijp je dat het om veel meer dan stikstof en overstappen op elektriciteit gaat.
Op biezen drijvende mensen en hutten op het Titicacameer tussen Peru en Bolivia
De zoektocht naar leiderschap
In NRC van 18-04-2023 stond een interview met Ani Dasgupta, directeur van het World Resources Institute, een belangrijke non-profit instellingen die zich bezighoudt met voedsel, bossen, water, energie, steden, klimaat en de oceaan. Dasgupta zegt dat elke tiende graad opwarming gevolgen heeft. Dat dat niet doordringt. Hij is op zoek naar een bijzonder soort leiderschap om de vraagstukken te tackelen. “Leiders die veranderingen omarmen, met doorzettingsvermogen die laten zien dat ons een betere wereld wacht als we klimaatbeleid serieus nemen”.
Dat zegt hij in het interview dat Paul Luttikhuis afneemt. Hij vindt dat het klimaatvraagstuk niet moet worden beperkt tot energie. De voedselsystemen zijn verantwoordelijk voor 34% van de uitstoot van CO2. Die systemen moeten veranderen, evenals de zorg voor bossen en natuur, vindt hij. Klimaatmaatregelen zijn geen opoffering, maar de route naar een betere wereld. Het interview gaat dan verder over de opwarming van de aarde als er te weinig of niets gebeurt. Dat de aarde al 1,1 graad warmer is dan in 1750. Hij wijst op de overstromingen in Pakistan in 2022 die €30 miljard kostten en 200 miljoen mensen raakten. We zien op het nieuws wekelijks dergelijke rampen gebeuren. Het IPCC waarschuwt maandelijks.
Dasgupta maakt duidelijk dat de rijke landen nog veel meer geld moeten overdragen naar arme landen om daar de transitie ook mogelijk te maken. Ze willen in de Green Deal van Parijs $160 miljard overdragen op een globaal BBP van $90.000 miljard, dat is 0,2%. Toen ik jong was wilden de kerken 10% van het inkomen van mensen afdragen aan ontwikkelingslanden. Als je op die manier kijkt naar de klimaattransitie, namelijk als een globale sociaal- en financieel-economische transitie, dan besef dat dit niet ineens in vijf of twintig jaar gerealiseerd kan worden. Daar is geen draagvlak voor in de rijke westerse landen van de wereld. Nu is er wel het akkoord van Parijs en er worden verdere stappen gezet, de druk is groter, maar dat is het dan ook. Ik ben geen voorstander van groot leiderschap vervat in één persoon en zie meer in het Nederlandse poldermodel, mits het besluit aan het einde van de dag. En op dit thema is de dag nog niet ten ende.
De rol van de wetenschap
Ik wil verder kijken naar de rol van wetenschappers. Het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) is een organisatie die is opgericht door de Verenigde Naties in 1988 om het wetenschappelijke begrip van klimaatverandering te vergroten en beleidsmakers te adviseren over mogelijke oplossingen. In 2022 zijn dit de belangrijkste adviezen van het IPCC:
Als honderden onafhankelijke wetenschappers na omvangrijke reviews tot deze conclusies komen wie ben ik dan om ze te bestrijden en om te doen alsof er niets aan de hand is? Ik erken met vele anderen het IPCC als een betrouwbare bron van informatie over klimaatverandering. Maar er zijn ook complottheorieën die het IPCC als onbetrouwbaar of zelfs frauduleus beschouwen. Ook daar moet ik me tot verhouden.
Enkele voorbeelden:
Waarom zou je IPCC vertrouwen?
Het IPCC is samengesteld uit honderden wetenschappers en deskundigen uit verschillende landen en disciplines. Hun adviezen worden breed geaccepteerd omdat ze gebaseerd zijn op een grondige beoordeling van wetenschappelijke kennis en bewijsmateriaal uit het verleden. Het IPCC hanteert strikte beoordelingsprocedures om ervoor te zorgen dat de conclusies die worden getrokken, zijn gebaseerd op de best beschikbare wetenschappelijke kennis en dat ze objectief en transparant zijn.
Bovendien is klimaatverandering een wereldwijd probleem dat ernstige gevolgen heeft voor onze planeet en de menselijke samenleving. Het is van cruciaal belang dat we de wetenschappelijke kennis die beschikbaar is begrijpen en gebruiken om beslissingen te nemen over hoe we de klimaatverandering kunnen aanpakken. Het IPCC speelt een belangrijke rol bij het informeren van deze beslissingen. Daarom vind ik het waardevol om aandacht te besteden aan de adviezen van het IPCC en deze serieus te nemen bij het ontwikkelen van beleid en acties om klimaatverandering aan te pakken. Het IPCC werd in 1988 gezamenlijk opgericht door het VN-milieuprogramma UNEP en Wereld Meteorologische Organisatie (WMO) en direct bekrachtigd door de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties. Met deze instituties ben ik opgegroeid en hoewel ik begrijp dat ze ver van mensen af kunnen staan heb ik er vertrouwen in.
Samenvatting en conclusie
In deel 1 lag de nadruk op ingrepen van de overheid in het landschap. In dit deel blijkt het vraagstuk veel en veel groter dan dat. Ook is het vraagstuk decennialang ontkend en onderschat. Ik kom niet tot een eindconclusie, misschien wel nooit, maar ik neem de conclusies van de overgrote meerderheid van de wetenschappers zeer serieus.
Ik zou nog beter willen begrijpen hoe je vraagstukken van economisch belang, van menselijk belang en van belang voor de natuur zelf bij elkaar kunt brengen en tot een structuur naar oplossingen kunt tillen. En hoe je dat kunt doen in een uitermate geopolitieke tijd waarin staatskapitalisme, particulier kapitalisme en dictatuur steeds harder tegenover elkaar staan. Dat is het thema van deel 3. Ik denk dat het behoud van de natuur zelf – dat mensen van de natuur af moeten blijven – als eerste principe moet gelden. Vervolgens denk ik dat de menselijke maat voorgaat op het economische belang, terwijl de democratie naar mijn inzicht superieur is aan elke andere vorm waarin samenlevingen zich organiseren.
Wilt u reageren? Log dan eerst in of maak een account aan.
Login vergeten? Reset wachtwoord.